“Hogere horlogekunst in Dokkum” (Volkskrant)

7 juli 2016 Hogere horlogekunde in Dokkum
Interview Wybe van der Gang

In Dokkum bouwt Wybe van der Gang exclusieve horloges. Perfectie is zijn streven. ‘De enige norm ben ik zelf.

De Volkskrant, 9 juli 2016

Wybe van der Gang kijkt naar het horloge om zijn pols. Het is de Vlieger, het pilotenhorloge 20044Z dat zijn bedrijf Van der Gang Watches sinds drie jaar produceert. De Vlieger is Europees Horloge van het Jaar 2014. Hij heeft net een boterham met kaas gegeten en een kopje Chinese tomaten-oplossoep naar binnen gelepeld. De directeur, de ruimte, het hele pand waar Van der Gang Watches is gevestigd, ademt Friese soberheid en Hollandse functionaliteit. Dit is Dokkum, in de kop van Friesland, een voormalige landbouwschool.
In mijn nieuwe roman is een van de hoofdpersonen bezeten van horloges; het is zijn grote droom om zelf een horloge te maken. Niet zomaar een horloge, maar een bijzonder exemplaar, een volledig mechanisch uurwerk, helemaal door hemzelf gebouwd. Ik wilde iemand spreken die zich daadwerkelijk bezighield met dat oneindig ingewikkelde samenspel van radertjes, veertjes, palletjes, asjes en pennetjes, onderdelen die gezamenlijk de tijd meten, de tijd bepalen, de tijd vangen in gestaag voortbewegende wijzers en getallen. De kleine tijd zoals die zich voordoet in seconden, minuten, uren, maar ook de grote van jaren, eeuwen en de stand van zon en maan en sterren.
Ik wist dat er in Dokkum een producent van exclusieve horloges was. Toen kwam ik iemand tegen die Wybe van der Gang goed bleek te kennen. ‘Je moet met hem gaan praten‘, zei hij. ‘Hij is de man die je zoekt. Ik denk dat hij je wijzer kan maken over je horlogemaker.

Hogere horlogekunde in Dokkum
Dat bleek te kloppen. Van der Gang heeft een passie voor precisie, hij is bezeten van vormgeving en techniek. En die eigenschappen komen samen in de horloges die hij bouwt. ‘De enige norm ben ikzelf.‘ Waarbij het goed uitkomt dat hij naar eigen zeggen extreem is in zijn streven naar perfectie. Dat hoor je natuurlijk vaker, in reclames enzo, maar de bijna achteloze wijze waarop Van der Gang het zegt, maakt dat je hem gelooft: hier spreekt een tamelijk rigide karakter. Iemand die het zichzelf voortdurend moeilijk maakt – en anderen overigens ook.
Hij droomt weleens dat zijn bedrijf helemaal wit is, alles wit, de vloeren, de muren, de machines, de bureaus. ‘Dat je binnenkomt en denkt: wow. Dat je alleen een soort gezoem hoort, van de machines. Ik zou naar een extreme vorm willen. Maar mensen moeten daar ook in mee, en dat is ingewikkeld.
Nergens bij Van der Gang Watches hangt poenerigheid in de lucht. Wat toch niet zo raar zou zijn in een bedrijf dat zich beweegt in de mondaine wereld van de haute horlogerie – het horloge dat Van der Gang draagt kost bijna 13 duizend euro. Het is exclusief; er worden er maximaal 999 van gemaakt – en dat is een hoge oplage voor Van der Gang Watches.
Van der Gang is een rustige, bedachtzame man van 51. Hij formuleert zorgvuldig, hij is een zoekende prater. Hij probeert ook in wat hij vertelt zo precies mogelijk te zijn, de radertjes van wat hij wil overbrengen moeten op de goede plaats terechtkomen.
Nergens bij Van der Gang Watches hangt poenerigheid in de lucht
Hij wijst naar de Vlieger: ‘Dit horloge, dat ben ik. Wat in mij zit, zit in dat horloge.‘ In de vorm, in de techniek, in de details, ook al jaagt dat de kostprijs omhoog. Voor de kast van een Van der Gang horloge, die ongeveer 18 gram weegt, wordt een kilo staal gebruikt. Wybe van der Gang denkt eigenlijk dat er op de wereld geen betere horlogekasten worden gemaakt, maar dat vindt hij opschepperig. Daarom zegt hij: ‘De kast van een Van der Gang horloge is het hoogst haalbare.
In 2002 begon hij vanuit zijn bedrijf Exakt Fijnmechanika met horloges. Hij vond dat hij toe was aan een nieuwe uitdaging. Niet dat hij werd gehinderd door enige kennis op dat terrein. ‘Ik dacht: dat is een leuk project. Zat ik thuis een beetje te schetsen. Daarna hier, op het bedrijf, maar ik voelde de ogen in mijn rug prikken. Die is met zijn nieuwe hobby bezig, zag je ze denken.

Of hij horloges uit elkaar ging halen om te zien hoe ze in elkaar zaten?

Nee.

Allemaal boeken lezen over horloges maken, dan?

Een paar. Vooral over oude zakhorloges en de principes volgens welke die werden gemaakt.‘ Hij laat foto’s zien van de wijzerplaat van een zakhorloge uit de 19de eeuw. ‘De serene rust die ze uitstralen, die sprak me meteen aan en dat komt ook terug in mijn horloges. Maar verder heb ik het zelf uitgedacht.

Wybe van der Gang
Ik maak horloges, maar ik voel me geen poortwachter van de tijd. Ik heb veel meer met de techniek en de vormgeving erachter dan met de tijd zelf. Het is trouwens wel de reden dat ik alleen maar mechanische horloges wil maken. Het tikken maakt je bewust van de tijd.’ Hij heeft wel moeite met het verstrijken van de tijd, want die legt beperkingen op aan wat hij allemaal nog wil en kan doen. ‘Tijd is mijn grootste vijand‘, zegt de horlogemaker.
Hij kocht nieuwe machines, nam in Zwitserland opgeleide horlogemakers in dienst en nu is hij zover dat hij zijn bedrijf een echte horlogemanufactuur durft te noemen, een bedrijf dat de meeste onderdelen van een horloge ook echt zelf maakt. Nog even en er staat ‘Nederlandse Horlogefabriek’ op de gevel van de oude school. ‘En dat is dan een echte horlogefabriek. Veel van de grote merken zijn marketingconcepten. Die maken zelf helemaal geen horloges meer. Maar wij wel. Vroeger had je in Zwitserland honderden van die kleine horlogefabriekjes. Die charme, die uitstraling, dat wil ik ook.‘ Hij pakt er een boek bij en laat een foto zien. Een lange rij mannen in een smetteloze omgeving, in witte jassen, bezig met het in elkaar zetten van horloges.

Mooi toch? Dit is in 1890. Wat zie je?

Een soort horlogelab.

Wat je ziet is extreme perfectie. Ergens per se het allerhoogst haalbare in willen bereiken. Dat is de sfeer die deze foto voor mij ademt. Dat is wat ik wil. Er zijn nog een paar van zulke fabriekjes over. Ik mag daar graag zijn.

Het tikken maakt je bewust van de tijd
Hij heeft zijn eerste prototype nog. Het is niet meer dan een kastje met een stukje papier erin, met plastic als glas. Hij kijkt er met liefde naar. ‘Ik was er ongelooflijk blij mee. Ik had het eerste wijzerplaatje uitgeprint en ik zag dat er een horloge ontstond. Ik had hem thuis op de tv gezet, om ernaar te kunnen kijken.

Je weet heel goed wat je wilt, en daar doe je alles voor‘, zegt zijn vrouw Thea. Hij knikt. ‘Ik ben vier jaar geleden begonnen met saxofoon spelen. Ik heb geen talent, maar ik oefen elke dag twee uur, zeven dagen per week. Ik wil goed leren spelen. En daar werk ik dan heel hard voor. Niet zo lang geleden ben ik gaan meespelen in een bigband. Dat is geweldig.

Thea: ‘Als Wybe iets wil doen, kan hij het nooit half doen.

Wybe: ‘Dan word ik een bulldozer.

Thea: ‘Dan moet alles daarop gericht zijn. Vreselijk, voor ons ook. Hij wil dat. En dat wil hij dan ook laten zien.’

Wybe: ‘Ik wil niet maar een beetje meedoen.

Thea: ‘Hij kan niks makkelijk doen.’

Wybe: ‘Af en toe even lopen.

Zijn eerste horloge kocht hij bij een juwelier in Groningen. Hij had het zien liggen, het zal 1993, 1994 zijn geweest. Het was een Oris, een mechanisch Zwitsers horloge. Het kostte 700 gulden, en het duurde even voor hij de beslissing had genomen: misschien was er ergens een horloge dat mooier was. ‘Hoe vaak zijn we teruggeweest, Thea, drie keer?’

Zeven keer.

In 2004 verkocht hij het eerste exemplaar van een Van der Gang-horloge, de 20002. ‘Ik had geen marktonderzoek gedaan. Ik dacht: als ik iets moois maak, is er een markt voor. Wat ik in gedachten heb en wat ik mooi vind, dat ga ik maken. En niet wat de markt wil. Er bleek een markt voor te zijn.‘ De eerste Van der Gang kostte 5.600 euro. ‘Dat is natuurlijk heel veel geld. Wanneer iemand bereid is dat te betalen, dan is dat een bevestiging.‘ De 250 exemplaren van de 20002 zijn allang verkocht.

Hij haalt het vliegeniershorloge van zijn pols en legt het voor me neer. ‘Vertel me wat je er mooi aan vindt.

Dat blauw van de wijzerplaat, schitterend.

Dat vindt hij niet genoeg. ‘Je ziet het, maar je kunt het niet benoemen. Maar je voelt het wel, de schoonheid, de functionaliteit, daar ben ik van overtuigd. Dit is er zo mooi aan: het zit vol met scherpte. Alles is kantig, alles is scherp. Overal zitten mooie details, de puntjes van de wijzer, hoe de vertanding in de kroon zit, meerdere malen gestoken per tand. Het is vormgegeven vanuit een technische gedachte. Waar de vlakken vlak moeten zijn, zijn ze vlak. Waar de kanten scherp moeten zijn, zijn ze scherp. Het saffierglas is 2,9 millimeter dik, met een prachtige facetrand. Al die details maken het verschil tussen een product dat je met aandacht maakt en iets wat je maakt om het zo goedkoop mogelijk te kunnen produceren en daarna zoveel mogelijk winst te maken. Daar gaat het mij niet om. Ik wil iets van waarde toevoegen. Dit is maken op zijn allermooist.
Wat je erin stopt, komt eruit, zegt hij. ‘Je kunt beter zelf je tuin omspitten dan dat een ander het doet. Dan wordt het mooier. Als je ergens energie in steekt, leidt dat ergens toe. Dat kun je aanwijzen, dat voel je. Ook de energie die je steekt in vormgeving. Goeie vormgeving klopt. Iets wat goed is gemaakt, ontroert me.‘ Hij bezit een oude Porsche. ‘Daar hoef ik niet in te rijden. Ernaar kijken is genoeg.
En nu is er nog één stap te maken. Hij is er al zo’n twaalf jaar mee bezig. Het project is de Perpetual Calendar, een horloge met eeuwigdurende kalender – althans, een kalender die tot 31 december 2499 precies de dagen van de maand kent. Hij was een keer in Zwitserland, bij een horlogemanufactuur. Daar zei hij: ik heb het plan de Perpetual Calendar te gaan maken. ‘Zeiden ze: poeh. De Perpetual Calendar, dat is de meesterproef. Als je dat kunt, sta je op de kaart als bedrijf.
Van der Gang kan de kalender tot 2499 al maken, maar de combinatie met alle andere functies die hij het horloge wil geven, maken het complex en ook nog eens gecompliceerd – de functies heten in het horlogevak niet voor niets de ‘complicaties’: maanstanden, schrikkeljaren, maandaanduidingen, het eeuwjaartal, weeknummers en natuurlijk de tijd zelf. Hij laat een minuscuul onderdeeltje zien. Het heeft heel veel tandjes. Als je erg goed kijkt, zie je dat één tandje een fractie van een fractie van een millimeter langer is: dat is het tandje dat de kalender om de honderd jaar een eeuw moet verzetten.

Wil ik mijn bedrijf inhoud, waarde en massa geven, dan moet ik daadwerkelijk iets kunnen. Anders is het een lege huls. Hiermee tonen we wat we kunnen. Dat ons verhaal klopt met de werkelijkheid.‘ Het horloge gaat 45 duizend euro kosten. Er zijn al klanten die een exemplaar hebben gereserveerd. ‘Als we er daar vijf per jaar van mogen bouwen, ben ik tevreden.

Hij zou heel goed alleen bezig kunnen zijn met het horloge, maar voorlopig heeft hij nog een bedrijf te runnen. ‘Ik zou alleen dit willen doen, ontwikkelen en uren zitten. Ik ben een solist, ik kan goed in mijn hoofd leven. Misschien is er op een smal gebiedje wel sprake van enig autisme.

Niet zijn wereld
De wereld van de haute horlogerie is eigenlijk zijn wereld niet. Komt hij op de grote beurs in Bazel, ziet hij te veel mensen die niet komen voor de mooie producten, maar om te laten zien dat ze die kunnen betalen. ‘Maar goed, daar leeft de markt van.‘ Zijn eigen klanten zijn niet van de poeha. ‘Die kiezen voor de outsider. Hoeven niet per se een bekend merk. Een horloge kiest een karakter en het karakter kiest een horloge.
Op een foto genomen tijdens een presentatie van Van der Gang Watches in het Mauritshuis in Den Haag herken ik een minister. Van der Gang vraagt beleefd of ik de naam niet in de krant wil zetten. ‘We zijn daar discreet in. Er zijn wel meer BN’ers met een Van der Gang, die willen liever niet met hun naam in de krant.
Ze maken nu ongeveer honderdvijftig horloges per jaar, op termijn wil hij naar vijfhonderd – de dagproductie van Rolex bedraagt tweeduizend. ‘Je kunt ook een wereldbekend merk worden zonder dat je heel veel exemplaren van je product maakt. Je kent ze wel, die bedrijven. Paardenzadels, maar dan wel de allerbeste paardenzadels. Exclusieve jachtgeweren, dat soort dingen. Dat zou ik ook willen.
Ik vertel over mijn personage Jimi Kalman, die een horlogefabriek begint. Om diverse redenen doet hij dat in het ruim van een schip. ‘Maar nu vraag ik me af of dat eigenlijk wel kan. Of dat niet teveel schommelt.

Het is niet handig‘, zegt Wybe van der Gang. ‘Maar dat is juist leuk. Dan kun je iets bedenken om dat probleem op te lossen.